Henk helpt | Ruimte-avontuur | De broers Persijn
Henk helpt waar de overheid faalt met gratis spullen voor de allerarmsten
Door SBS6 in ‘Hart van Nederland’ en op ‘HartvanNederland.nl’, 2 november 2023
In het hartje van de oude Nijmeegse volkswijk Wolfskuil staat Henk van Lierop, een man met een missie. Zijn verhaal wordt weerspiegeld in het donderdag verschenen rapport van de Adviescommissie Versterken Weerbaarheid Democratische Rechtsorde (VWDR), waarin wordt gepleit voor een fundamentele versterking van de democratische rechtsorde in Nederland.
De 67-jarige Henk heeft geen gemakkelijk leven gehad. Ooit was hij de trotse eigenaar van een restaurant in Ewijk. Maar na een brute overval, waarbij hij werd vastgebonden en mishandeld, raakte hij alles kwijt. Henk spreekt in het rapport zijn ongenoegen uit over de bureaucratie waar veel Nederlanders zoals hij in verstrikt raken.
“Dan kom je bij de gemeente, dan zeggen ze: ‘Meneer, u moet eerst onderdak regelen, voor u een uitkering kunt krijgen.’ Dan wil je onderdak regelen, maar dan zeggen ze: ‘U heeft geen inkomen, dan kunnen wij niets regelen.’ Met zulke moeilijke regels, dan ga je daar liever gewoon niet naartoe,” vertelt Henk aan de commissie.
Dit motiveerde Henk om iets te doen voor degenen die tussen wal en schip vallen. Samen met zijn dochter richtte hij ‘Stichting Gratis kan je elkaar helpen’ op. Hij deelt gratis spullen uit aan mensen die niks hebben, en regelt Sinterklaascadeautjes zodat ook kinderen uit de armste gezinnen een vrolijke decembermaand hebben.
In zijn vrijwilligerswerk ziet hij veel armoede om zich heen. “De overheid komt bij veel mensen niet meer binnen. Maar wij mogen bij alle mensen achter de deuren komen, omdat wij gewone mensen zijn”, zegt Henk tegen Hart van Nederland. “Wij zien dus waar mensen mee te kampen hebben.”
Dan gaat het onder meer over zaken als woningnood, moeite hebben om in het levensonderhoud te voorzien en de onmogelijkheid om iets bij de overheid geregeld te krijgen. “Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd”, aldus de Nijmegenaar.
Henks verhaal is een levend voorbeeld van de grotere problemen die in het VWDR-rapport worden aangehaald. Het rapport benadrukt dat, hoewel de steun voor democratie in Nederland hoog blijft, er actie nodig is op wezenlijke onderdelen om de democratie te versterken.
Eén van de problemen is dat te veel burgers systematisch ernstig benadeeld worden, waardoor de sociale grondrechten voor hen niet worden waargemaakt. “De samenleving verandert voornamelijk omdat het levensonderhoud en voorzieningen erg duur worden”, aldus Henk. Hij vindt dat de overheid meer naar het volk moet luisteren in plaats van andersom. “Als bevolking moeten we alles maar slikken wat de regering en niet het volk wil. Het draait in Den Haag alleen maar om het geld en niet om de Nederlander.”
De commissie adviseert het toekomstige kabinet om het overheidsbeleid verplicht te toetsen en evalueren op sociale grondrechten zoals huisvesting en sociale zekerheid. Ook wordt de aanbeveling gedaan voor een ‘Praktijkautoriteit’ die wetten evalueert met ervaringsdeskundigen, iets waar Henks praktische ervaring een waardevolle bijdrage aan zou kunnen leveren.
Henks verhaal en zijn onvermoeibare inzet om anderen te helpen belichten de groeiende kloof tussen de burgers en de overheid – een kloof die volgens het VWDR-rapport dringend gedicht moet worden om de democratie in Nederland te versterken.
Ondertussen gaat Henk volop door met het helpen van de mensen om hem heen, ondanks tegenslagen. Zo krijgt zijn stichting geen subsidie, omdat het zich niet alleen op Nijmegen, maar ook op naastgelegen gemeenten richt. “En de gemeente wil niet voor andere gemeenten betalen”, aldus Henk.
Wil je Henk helpen door bijvoorbeeld spullen te doneren? Dat kan via de website van de stichting.
Ruimte-avontuur
Door Shell Nederland bij de uitgifte van een serie van 20 munten over de ruimtevaart, 1969
In 1969 heeft de mens voet op de maan gezet. Een droom van duizenden jaren werd werkelijkheid, dankzij grote durf en vastberadenheid.
Icarus, gebroeders Wright, Blériot, Lindbergh, Zeppelin Sputnik, Apollo. Alleen al het horen van deze namen doet ons terugdenken aan momenten van opwinding en avontuur. Het is opmerkelijk, dat de fascinerende pogingen van de mens, zich los te rukken van zijn aardse ketenen, elkaar steeds sneller opvolgden. In de laatstee tien jaar is meer bereikt dan in de 19 eeuwen daarvoor.
De geschiedenis van het “Ruimte-avontuur” is grotendeels onze geschiedenis. Van hen die getuigen waren van de eerste wandeling op de maan, van hen die gefascineerd waren door de vlucht van de Sputnik1, of die de eerste vlucht van De Havilland Comet in het begin van de vijftiger jaren meemaakten. En velen herinneren zich nog het grote succes van de Zeppelins of de krachttoer van Lindbergh. Zelfs de vliegtuigpioniers, de gebroeders Wright, zijn nog niet helemaal uit onze herinnering verdwenen.
Omdat het “Ruimte-avontuur” het meest markante verhaal is van onze tijd heeft Shell opdracht gegeven tot het vervaardigen van een serie van 20 munten, die de meest gedenkwaardige gebeurtenissen van de verovering van de ruimte vereeuwigen. Elke gebeurtenis is zorgvuldig gekozen op grond van zijn betekenis in het “Ruimte-avontuur”. Elke afbeelding is met de grootste nauwkeurigheid uitgevoerd om zeker te zijn van de historische juistheid. Daarna zijn zij met toewijding vervaardigd en vormen thans een unieke collectie.
Met “Ruimte-avontuur” vereeuwigen wij de eerste stappen in het grootste avontuur van de mens. Een avontuur dat echter nog steeds in het beginstadium verkeert, daar de mens zijn aandacht op de sterren zal gaan richten: de grootste uitdaging aller tijden…
De broers Persijn beschroomd, gaaf kunstenaarschap
Door Jac. Lelsz in dagblad Trouw, 21 augustus 1965
Achter twee rijen dikke eiken staat aan de Kerkallee in Beekbergen het blauwe huis. In dat huis wonen de broers Persijn, Henk de schilder en Piet de wever. Die twee rijen dikke eiken zorgen ervoor dat het blauwe huis in de schaduw blijft. En dat is voor de bewoners van dit huis als een symbool, want het kunstenaarschap van de broers Persijn gedijt bij getemperd licht. Zij zoeken geen publiciteit, ja weren die zelfs.
Enkel keren hadden wij de Persijns een briefje gezonden. Of zij wilden instemmen met een interview. Telkens kwam er een kort, beleefd briefje terug. Het was met de hand geschreven. Zij wensen geen interview.
Toch was ons een gesprek met hen veel waard. Want wij bewonderden, als zovelen, hun werk. Er worden stukken gewijd aan kunstenaars, die niet tot hun schouders reiken.
Dezer dagen belden wij bij het blauwe huis in Beekbergen aan. Na een ogenblik werd er opengedaan. De oudste en kleinste van de broers Persijn, de schilde, liet ons binnen. De jongste en grootste, de wever, was in de keuken en zorgde voor de pot.
Zij doen samen de huishouding en genieten ook culinair enige reputatie. Bij de thee plegen zij een door hen zelf gebakken koekje te presenteren. Daar moeten zij erg trots op zijn. Het was er stil en wij hadden het gevoel dat een woord er licht te luid klinkt.
Op de ronde tafel lag een mooi, zacht getint kleed van de wever. Daarop een porseleinen schotel met enkele aardbeien, vermoedelijk geplukt in eigen tuin. In het midden een boeket korenbloemen en andere veldbloemen, die men zo vaak op de doeken van de schilder tegenkomt. Aan de wand slechts een enkel werkje van hen zelf. Onder de schouw een ouderwetse zwarte potkachel. In de vensternis een eenvoudige, rechtschapen, blauwe fles.
De Persijns hebben ons vriendelijk ontvangen. Zij zullen geen vlieg kwaad doen. Maar een interview voor de kracht? Neen, dat toch liever niet. De schilder spreekt moeilijk. Hij lijkt voortdurend een beetje te lachen. De wever is beter ter tale. Hij begrijpt niet dat er kunstenaars zijn, die staan te dringen om publiciteit.
Wij hebben de overtuiging gekregen dat Henk en Piet Persijn (beiden al over de 60 en geen mens die dat achter hen zoekt) tegen publiciteit als zodanig geen bezwaar maken. Alleen al niet omdat zijn van tijd tot tijd exposeren. En wie exposeert, riskeert publiciteit. Hun bezwaar geldt het interview. Daarom moet het dan maar anders.
De Persijns, zoons van een Apeldoorns apotheker, wonen al vele jaren achter het pittoreske middeleeuwse godshuis in Beekbergen. Wij hebben ons afgevraagd waarom ze hun huis blauw geschilderd hebben.
Het is een pastelkleurig blauw, klaar als de hemel op een vorstige dag. We zien dat blauw ook dikwijls in de doeken van Henk Persijn. In het Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe vonden wij dat blauw ook bij Floris Verster. Hij schilderde zo de blinde muur van een boerderij. Houden de Persijns ook van Verster? Het zou ons niet verbazen. Het is een kleine, rustieke woning, dat blauwe huis in Beekbergen. De deur is van vurehout, de luiken ook. Er is carbolineum over heen gestreken, of een donkere beits. Achter het in rechthoekjes verdeelde raam staat een uitgeschoten geranium. Groen heeft het huis aan alle zijden ingekapseld. Aan de zijkant kamperfoelie. Klimop omrankt de schoorsteen. Op het dak groeien jonge boompjes. In de goot tiert welig gras.
Piet Persijn, de wever, is lid van Scheppend Ambacht Gelderland. Hij heeft wel geëxposeerd, maar weinig. Er zijn altijd genoeg opdrachten. Hij zoekt het niet in buitenissigheden. Zijn kleden zijn smaakvol en eerlijk. Hij is een vakman en dat draagt zijn kunstenaarschap. Men kan het ook andersom zeggen.
Henk Persijn, de schilder, exposeerde meer. Meestal in eigen omgeving. Hij is lid van De Kern in Apeldoorn. Zijn werk wordt door velen begeerd. Jammer genoeg heeft hij sinds enkele jaren een beefhand. Daardoor wordt de produktiviteit afgeremd. Hij schildert het gewone, de dingen van alledag.
Evenals dat geldt voor zijn broer, kunnen we bij hen spreken van een beschroomd kunstenaarschap. In zijn doeken is de stilte essentieel aanwezig. We moeten, als we zijn atmosferische verdroomde schilderijen zien, vast denken aan J.H. Leopold, van wiens gedichten gezegd is dat ze “een bijna zwijgen” waren.
In zijn landschappen (boerderijen, paarden in de wei, kinderen spelend in de sneeuw enz.) ontdekken wij steeds de verwondering om de schoonheid in het gewone, om de goedheid in de dingen van alledag. Dàt, waar de meeste mensen met plompe voeten langs heenlopen, en met gesloten ogen.
Ze zijn, zegt men, een tikje weltfremd, de broers Persijn. Nou, en? Ze isoleren zich een beetje te veel. Mag het? Ze hebben velen oprechte vreugde, diepe ontroering geschonken. En dat is meer dan van velen, die bij de tijd zijn en met beide voeten op de grond staan, kan zeggen.
De Persijns rijden nog op de fiets en de carbidlantaarn werd nog niet zo heel veel jaren geleden afgeschaft. ’s Winters draaien ze ’s avonds van tijd tot tijd de lamp omlaag en gaan dan naar Apeldoorn voor een klassiek concert. Zij luisteren met overgave, de wever kaarsrecht, de schilder enigszins gebogen.
En thuis nemen zij vaak hun portefeuille met verschillende tekeningen ter hand. Daarin zitten er enige van Maria Sibylla Merian (1647-1717), waarover ook Bertus Aafjes geschreven heeft. Zeldzame bladen van deze Zwitserse schilderes van bloemen en insekten, een rijk bezit.
Over veel moesten we de lezer onkundig laten. Bijvoorbeeld de opleiding van de Persijns. Wij weten er niets van. Is het zo belangrijk?